Het is hink-stappen op een paar losse tegels die in een boogje in de voortuin liggen tussen bloeiende azalea’s en rododendrons. We hebben de bel amper ingedrukt of de Bossche oud-wethouder Jos van Son zwaait de deur al open. Met zijn 66 jaar oogt hij energiek, komt ook door zijn outfit; beige jeans en bijpassende sneakers. Na een ferme handdruk gaat hij in rappe pas voorop naar de keuken. Hij schenkt een kopje thee voor het bezoek, koffie voor zichzelf. Ziezo, klaar voor het gesprek over dat ene onderwerp: dat geniepige alcoholprobleem dat voortijdig een eind maakte aan zijn wethoudersbestaan.
Op een novemberavond in 2017 parkeerde Van Son zijn auto onbedoeld in een heg in de wijk Maliskamp. Met een alcoholpromillage in zijn bloed dat de inname van zes, zeven glazen verried. Oei toch, openbaar bestuurder, iets met een voorbeeldfunctie.
Twee dagen later stapte Van Son zelf op. ,,Dit is onacceptabel, voor een wethouder notabene met verkeer in zijn portefeuille.” Sinds die dag heeft hij geen druppel meer gedronken, bezweert hij. Omdat de knop omging - ‘eindelijk’ - en omdat hij in therapie ging in een bungalow in Midden-Portugal, een uur lopen van de bewoonde wereld. Daarover zo meer.
Eerst maar even de introductie, want we kunnen er niet omheen: Van Son haalde meermaals de kolommen van het BD. Niet alleen maar positief, er was gedoe om zijn uitlatingen op Twitter, dat hij Jan Roos van Geen Stijl uitmaakte voor ‘goedkope hufter’ bijvoorbeeld. De wijze waarop de journalist meldde dat hij was aangevallen door een groep jonge Marokkaanse Nederlanders schoot hem in het verkeerde keelgat. Er waren ook emotionele uitbarstingen in de gemeenteraad, zoals die keer dat hij collega-raadslid Nol Roos uitmaakte voor fascist. ‘Ik draag het hart op de tong, niet altijd handig’. En toen kwam dus die autorit onder invloed. Exit politieke arena.
Dat was het ergste niet, een paar maanden later met de raadsverkiezingen zou hij sowieso stoppen. Maar hij had zich de weg naar de uitgang anders voorgesteld, zonder die smet op zijn blazoen. Dat geldt ook voor die andere vlek, dat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij het beruchte Bossche burgemeesterslek, waardoor vertrouwelijke informatie bij deze krant terecht kwam. Dat niet Jack Mikkers maar Jan Hamming de gedroomde burgemeester van de vertrouwenscommissie was. Maar ja, die koos voor Zaanstad. Van Son ontkent gelekt te hebben. ,,Ik zat niet eens in die vertrouwenscommissie.” Maar intussen loopt er wel een rechtszaak tegen hem. Op advies van zijn advocate zwijgt hij daar verder over.
Maar dat zijn leven nogal stressvol is deze dagen, ja, dat klopt wel. ,,Ik hoop op rust in mijn hoofd als het allemaal achter de rug is.” Rust in zijn hoofd, daar ontbrak het vaker aan de laatste - pak ’m beet - tien jaar. Hij begon drank te gebruiken om even bij te komen van de perikelen van de dag, om al die rondtollende gedachten stop te zetten, om simpelweg te kunnen slapen. Kort samengevat: het was een combinatie van stress, omstandigheden en bepaalde karaktertrekken. ,,Stress van het werk, als er veel van me werd gevraagd, als ik mezelf onder druk zette om het allemaal goed te doen. Daarbij helpt het niet dat ik eigenwijs ben en behoorlijk ongeduldig. Het moest niet alleen perfect, het moest ook snel.”
Twaalf jaar duurde zijn politieke loopbaan. Raadslid, fractievoorzitter van zijn partij Rosmalens Belang, hij combineerde het met zijn werk in de financiële dienstverlening. Eerst bij een bank, daarna als kleine zelfstandige. Daar stopte hij mee toen hij wethouder werd na de verkiezingen in 2015 (Den Bosch had ze een jaar later in verband met de herindeling van Maasdonk). Dat besturen bleek andere koek dan bestuurders controleren. Alleen al omdat de wethouder meende in drie jaar voor elkaar te moeten boksen waar in een normale raadsperiode vier jaar voor staat. ,,Ik had een mooie portefeuille: wijken en dorpen, sport, verkeer en vervoer. Daar sta je dichtbij de mensen, dat wilde ik, maar het gaf ook druk want iedereen heeft er een mening over. De pers, sociale media, inwoners. Vooral die laatste wilde ik snel helpen als ze met problemen zaten. Ik trok er nagenoeg elke dag op uit om ter plekke poolshoogte te nemen, ik moest met eigen ogen zien wat er speelde. Ik beet me erin vast, het allemaal ook eens even loslaten bleek een stuk lastiger.”
Vroeger was hem dat beter afgegaan, vroeger toen hij jonger was en sportman in hart en nieren. Hij tenniste, hij voetbalde. Al schoppend tegen de bal of slaand met zijn racket maakte hij zijn hoofd leeg. Maar hij werd ouder, sportte minder, verloor die uitlaatklep. Vond een nieuwe in de fles. ,,Het was niet zo dat ik altijd dronk, niet elke dag, het ging in pieken. Terugkijkend zie ik dat in tijden van extra drukte mijn drankgebruik navenant was.” Dat drinken gebeurde meestal thuis. ,,Zelden op een receptie, nooit in het café, daar kwam ik niet eens.” Thuis haalde hij de schade in, daar nam hij een glas of wat. ,,Ik dacht er niet bij na dat het er meer waren dan voor andere mensen gebruikelijk is.” Na zijn scheiding woont Van Son alleen, dus was er ook niemand die het zag, niemand die er iets van zei of vond.
Dat is sowieso een probleem, denkt Van Son. Dat drinken normaal wordt gevonden, zeker als het werk veel sociale verplichtingen met zich meebrengt, lunches, diners, borrels. ‘Er komt altijd alcohol aan te pas’. Hij kent ook het publiek geheim dat er in besturen van bedrijven, en inderdaad van overheden ook, soms stevig wordt gedronken. Maar hij houdt zijn lippen nadrukkelijk op elkaar als het gaat om de Bossche situatie. ,,Ik zeg niets over het college waarin ik zat, niks over het huidige. Ik heb daar geen énkel oordeel over. Ik draai het om: alcoholmisbruik moet open worden besproken daar waar het gewoonte is, dat vergt een cultuuromslag, de wil om na te denken over de consequenties die drank kan hebben.”
Die wil was er bij Jos van Son, na die ene novemberdag. ,,Want ik wilde zoiets niet nog eens meemaken.” Hij besefte dat hij hulp nodig had. Zijn broer en de jongste van zijn twee dochters hadden wat gegoogled. En VillaRamadas gevonden, een gerenomeerd centrum in Alcobaça op een uur rijden van Lissabon. De kliniek is gespecialiseerd in de behandeling van onder meer verslavingsziekten, depressies, fobieën, eetstoornissen. In 2001 opgericht door klinisch psycholoog dr. Eduardo da Silva Ramadas. Het programma is gericht op behandeling en persoonlijke ontwikkeling van cliënten, het moet hen weer perspectief bieden. De vijf kernbegrippen: waarheid, acceptatie, dankbaarheid, liefde en verantwoordelijkheid. Het behandelteam bestaat onder meer uit een psychiater, psychologen en verslavingsdeskundigen.
Jos van Son zat er dertien weken, met elf andere Nederlandse cliënten in een bungalow, met twee daarvan moest hij een kamer delen. Die anderen waren ook beduidend jonger, tussen 22 en 35. ,,Ik duwde de gemiddelde leeftijd nogal omhoog ja.” Serieuzer: ,,Dat ik verdomme 65 moest worden voordat ik tot een paar verhelderende inzichten kwam.” Want pas in Portugal drong de ernst van zijn verslaving tot hem door. ,,Daar zag ik ook voor het eerst hoe ik als rationalist altijd over mijn gevoel heen was gewalst. Gevoel was veel te lastig. Daar heb ik anderen tekort mee gedaan, ja, ook mijn kinderen. Al zien zij dat zelf helemaal niet zo en is er altijd een warme band geweest, toch neem ik het mezelf kwalijk.” Dan volgt de rationele verklaring: ,,Je gevoel tonen, zeker in bestuurlijke kringen wordt dat toch vaak als zwakte gezien. Dan meet je je maar een houding aan om het uit te schakelen. Ik weet nu dat dit funest is. Omdat het dan een andere uitweg zoekt.”
Terug naar de therapie, ‘dat was geen vakantie hoor, het was eerder spartaans’. Huishoudelijke taken - het eten, de schoonmaak - werden volgens een strikt schema verdeeld. Maar het grootste deel van de dag werd in beslag genomen door groepssessies en één-op-één-gesprekken. ,,Dat begon al in de vroege ochtend en eindigde om negen uur ’s avonds.” Bij aankomst in de bungalow werd zijn tablet ingenomen, zijn telefoon, hij had geen internet, en nauwelijks tv-tijd. ,,Ik werd op mezelf teruggeworpen. Dat is goed geweest, ik heb veel geleerd in die kliniek, ben er anders uitgekomen dan ik erin ging.” Voor de nabehandeling voert Van Son nog gesprekken met een psycholoog van Novadic-Kentron.
Die nabehandeling, daar vindt hij wel wat van. ,,Ik ben geschrokken van wat ik in die kliniek zag, jonge mensen met veel problemen, een verslaving, dakloos, werkloos, dikke schulden. Na de therapie komen ook zij terug naar Nederland, ze mogen dan zelf kiezen waar ze de nabehandeling willen doen. Maar die sluit inhoudelijk niet altijd aan en er zijn wachtlijsten. Ik stond er zelf drie maanden op. Nou heb ik een huis, familie, steun, ik red me wel. Maar er waren daar jongeren die eenmaal thuis geen leven hadden om in te stappen, geen toekomstperspectief. Dan is er ook niet altijd de motivatie om uit de problemen te blijven, hóe dan, voor wie dan?” Sommige bellen hem voor advies, voor hulp bij het vinden van werk of een woning. ,,Dat regel ik dan.”
Begin juni gaat Van Son terug naar Portugal, voor een lezing over zijn ervaringen. Maar ook om aandacht te vragen voor dat gapende gat na de behandeling. Zijn ideaal: ,,Een samenwerking met gemeenten waar een coördinator al deze zaken kan regelen, allemaal in één hand, alles in samenhang. En al vóórdat de behandeling in de Portugese kliniek start. Op termijn zou het ook een mooie oplossing kunnen zijn voor GGZ-cliënten en jonge delinquenten, denkt Van Son. ,,Die lopen tegen dezelfde problemen aan.” Als zijn eigen misère achter de rug is wil Van Son hier werk van maken.
Enfin ...
Hij gaat eerst eens even lekker de schoffel en het harkje uit de schuur trekken, een beetje werken in de tuin. ,,Dat heb ik altijd fijn gevonden, het kwam er alleen zelden nog van.” Hij heeft het herontdekt, het is een juwéél van een uitlaatklep als het hoofd weer eens op hol slaat.